De zorg in het Droomhuis is gebaseerd op het zogenaamde “Samenwerken in de Driehoek” of ook wel Driehoekskunde genoemd. De driehoek bij het Droomhuis bestaat uit cliënt/bewoner-ouders/verwanten-zorgprofessionals. Het is een visie met daaraan gekoppeld een toepassingsmethodiek die sinds 1997 is ontwikkeld door de orthopedagoog Chiel Egberts (www.drienamiek.nl).
In de driehoek wordt duidelijk gemaakt wat er gebeurt wanneer ouders/verwanten de zorg voor hun kind/familielid (met een beperking) aan professionals toevertrouwen. De ouders/verwanten laten op dat moment anderen toe tot hun kind/familielid. De professionals verbinden zich vervolgens aan een cliënt/bewoner. In de afbeelding is d.m.v. de groene balk duidelijk aangegeven, dat deze driehoek gebaseerd is op een sterke basis van vertrouwen tussen ouders/verwanten en de zorgprofessionals. Daarnaast is het uitgangspunt dat er binnen de driehoek een intense (familie)relatie is tussen ouders/verwanten en kind/familielid (dikke zwarte lijn).
Hoe werkt het?
In de Driehoekskunde staan drie begrippen centraal:
Bonus: professionals doen het goede en liefst iets meer. Minstens doen ze wat ze beloven;
Verbinding: ouders/verwanten en professionals verbinden zich met elkaar. Een goede relatie is daarbij het uitgangspunt;
Positie: beiden zijn eigenaar van hun hoek in de driehoek en vragen de ander om dat te respecteren.
Deze drie begrippen hangen samen: Positie zonder Verbinding of Bonus is niet mogelijk. Je kunt pas op je professionele strepen gaan staan wanneer je werk klopt en je je best doet om je niet alleen met cliënten maar ook met hun ouders persoonlijk te verbinden. Positie innemen is dus wel een belangrijke voorwaarde voor het functioneren van de driehoek.
Bij elk begrip horen daarnaast motto’s. Belangrijk daarbij zijn bijvoorbeeld autonomie en veiligheid van de cliënt/bewoner. Motto’s zijn kernuitspraken die aanzetten tot echt handelen. Deze motto’s worden per cliënt/bewoner vaak vastgelegd in zorgplannen.
Professionals zijn passanten in de driehoek. Ze komen als laatste en vertrekken meestal als eerste. De praktijk is dat er veel doorstroming is onder de professionals, maar tegelijk zijn ze wel als eerste verantwoordelijk om te werken aan een goede driehoek. Ze zijn er dus niet alleen voor de cliënt. Die is immers niet los verkrijgbaar maar allereerst kind/familielid van ouders/verwanten. Driehoekskunde beschrijft wat er in die driehoeksverhouding van ouders/verwanten, professionals en cliënt gebeurt en hoort te gebeuren. Want ouders/verwanten vertrouwen hun kind/familielid niet zomaar toe aan vreemden. Driehoekskunde lijkt heel erg vanzelfsprekend, maar de ervaring leert, dat het ook hard werken is om het in te voeren en in stand te houden.